De Werkgroep Natuurlijk Imkeren (WNI) ijvert voor een manier van bijenhouden met respect voor de honingbij (Apis Mellifera) en het gehele ecosysteem waarin wij samen met haar leven. We willen een duurzame manier van bijenhouden ondersteunen en daar rond samenwerken met iedereen – individuën of organisaties – die deze doelstelling deelt.

Onze centrale aandachtspunten zijn:

  • Het ontwikkelen van inzichten die vertrekken vanuit het natuurlijk gedrag van de honingbij en deze bekend maken als een waardevol en nuttig alternatief. Heel wat elementen in courante bedrijfsmethodes en veranderingen in de leefomgeving vormen stressfactoren voor de honingbij. Het is aangewezen dat we die stressfactoren zoveel mogelijk uitschakelen willen we de bij als belangrijk natuurlijk element beschermen.
  • Het verspreiden van informatie over natuurlijke imkeren waarin de bij centraal staat (Apicentrisch Imkeren).
  • Het ondersteunen van (beginnende) imkers die concrete vragen hebben over natuurlijk bijenhouden.

Uiteraard is de term “natuurlijk bijenhouden” of “natuurlijk imkeren” een oxymoron; het zegt veel en tegelijk niks. Toch is het vandaag de dag wereldwijd een heel gebruikelijke naam voor een divers aantal manieren van imkeren waarbij de nadruk ligt op de echte noden van de honingbij en waar de bij veel meer is dan een honing producerende machine.

Vele bijenhouders stellen zich tevreden met de mogelijkheid het leven van de bij te mogen meemaken vanop de eerste rij en verwachten daar niet meteen een verdere beloning voor. Ze bedienen zich daarbij van allerlei soorten bijenwoningen: Warré-kasten (met of zonder ramen), top bar hives, korven, uitgeholde boomstammen, bijenkasten uit leem, enz. Nochtans is die relatief moderne hang naar meer natuurlijke vormen van bijenhouden méér dan een nostalgisch hunkeren naar traditionele, oude imkermethodes. Niet alleen is het een postmoderne reactie op de moderne en/of industriële bijenteelt (die ondertussen ook alweer 150 jaar oud is); ze stoelt op een wetenschappelijke kennis van de biologie van de honingbij. Want net de bij, en niet de mens, staat centraal in alle manieren van natuurlijk imkeren. Manieren die overigens aardig van mekaar kunnen verschillen. Natuurlijk bijenhouden is uitgesproken “milieubewust en daarbinnen api-centrisch”.

Omdat het aantal mensen die op deze wijze bijenhouden ook in ons land toeneemt, besloten we met enkelen een overkoepelende werkgroep voor natuurlijk bijenhouden op te richten.

Hieronder lijsten we een hele resem principes en stellingen op waar een bij-vriendelijke imker rekening mee kan houden, zonder ze daarom noodzakelijkerwijs allemaal toe te passen. De opsomming is absoluut geen lastenboek, eerder een leidraad die je kan helpen bij het maken van keuzes.
Bovendien kan het belang van de verschillende zaken die we voorstellen aardig verschillen.
Ook natuurlijk imkeren is best gediend met een flexibele houding gebaseerd op gezond verstand. Het blind toepassen van wat hieronder staat mag nooit de bedoeling zijn.
En laat het ons toch nog maar eens herhalen: bovenal vertrekken we van een brede ecologische visie waarbij gepast respect voor onze gehele leefomgeving centraal staat.

  • We beschouwen het bijenvolk als een ondeelbaar, zelforganiserend superorganisme waarin elk onderdeel (koningin, werksters, darren, wasraat, voedselvoorraad) even belangrijk is.
  • Deze methodes zijn bij-vriendelijk (api-centrisch) en daardoor niet gericht op een maximaal winnen van producten uit de kast (honing, propolis, stuifmeel).
  • We werken zoveel mogelijk met lokaal aangepaste bijen.
  • We ondersteunen natuurlijke raatbouw en vermijden het systematisch gebruik van waswafels.
  • We beperken het openen van de kast tot een minimum, om de  de bijentros niet nodeloos te laten afkoelen en zo de warmtehuishouding te ontregelen.
  • We erkennen het zwermen als de natuurlijke manier van een bijenvolk om zich voort te planten en laten natuurlijke zwermen toe.
  • We vermijden koninginnenteelt en kiezen niet voor kunstmatige inseminatie maar wel voor standbevruchte koninginnen.
  • We snijden geen darrenraat.
  • We gebruiken geen chemische middelen in de behandeling tegen varroa en andere ziektes en belagers.
  • We laten de bijen overwinteren op eigen honing, voederen enkel als dat noodzakelijk is en doen dat liefst en zoveel mogelijk met (eigen) honing en/of pollen.
  • We houden rekening met mogelijke concurrentie voor andere bestuivende insecten.
  • Het aantal bijenvolken op onze bijenstand is in overeenkomst met het beschikbare, natuurlijke voedsel.
  • Drachtplanten zijn in elk seizoen makkelijk en voldoende bereikbaar voor de aanwezige kolonie(s) voor het aanleggen van een wintervoorraad; waar nodig zorgen we zelf zo goed mogelijk voor een gezonde bodem en de aanplant van drachtplanten…
  • Voor het huisvesten van de bijen gebruiken we bij voorkeur  natuurlijke materialen (hout, stro, leem, enz.) en gebruiken geen schadelijke stoffen aan de kast of op de bijenstand.
  • De vorm van de kast leunt bij voorkeur aan bij de vorm van een zwerm of een bijentros en laat een verticale of een horizontale groei van het bijenvolk toe.
  • We proberen de kast zo hoog mogelijk boven te grond te plaatsen omdat de bijen daar in de natuur ook voor kiezen.
  • De grootte van de vliegopening, haar oriëntatie en haar plaats in de kast komt overeen met waar de bijen in de natuur voor zouden kiezen.
  • De kast heeft een wanddikte die een goede isolatie (warmte en koude) en een adequate warmtehuishouding garandeert.
  • We vermijden onderbreking van het broednest.
  • De koningin heeft vrij toegang tot de volledige kast. (We vermijden het gebruiken van een koninginnenrooster).
  • De kast staat beschut tegen felle zon (zoals bij holtes in bomen) maar ze staat evenmin op een vochtige of te donkere plaats.

In zijn boek The Bee-friendly Beekeeper (1) beschrijft David Heaf enkele mogelijke attitudes die bijenhouders tegenover de wereld in het algemeen en tegenover bijen in het bijzonder kunnen hebben. Ze variëren van anthropocentrisch, een houding waarbij de mens en zijn belangen centraal staan, tot helemaal apicentrisch, in subcategorieën als manipulator, rentmeester, partner en participant. Het spectrum reikt van de bijenboer die van zijn bijen wil leven tot de natuurlijke hobby-imker, die biologische of biodynamische bedrijfsmethodes volgt waarbij hij of zij zich tevredenstelt met de mogelijkheid het leven van de bij te mogen meemaken vanop de eerste rij en daar geen verdere beloning voor verwacht.
Dit boek is nu ook verkrijgbaar in een Nederlandstalige versie. Verdere info en hoe deze vertaling bestellen via deze link.

Onder natuurlijke bijenhouders zijn er verschillende visies op wat natuurlijk is voor de bij. Maar het lijkt ons evident dat alle bijenhouders zich bekommeren over de gezondheid van de honingbij. Zelfs een bijenboer wil gezonde bijen want anders gaat zijn bedrijf op de fles. En natuurlijk bijenhouden kan bijdragen tot gezonde bijen. Dat proberen we duidelijk te maken in de verschillende onderdelen van deze website.

Maar ook natuurlijke of api-centrische bijenhouders hebben vragen, honderden vragen wellicht en het is niet altijd evident om op al die vragen een antwoord te krijgen. Daarom willen we ook een aanspreekpunt zijn voor (beginnende) imkers die heel concrete vragen hebben over natuurlijk bijenhouden.

Je kan je vragen mailen of je kan ze stellen via ons forum. Een derde mogelijkheid zijn de (heel diverse groep) leden van onze facebookpagina “Natuurlijk Imkeren”. Daar vind je allerlei informatie over ons initiatief, over de verenigingen en initiatieven waarmee we samenwerken, over publicaties, enz.

1 David Heaf, The Bee-Friendly Beekeeper. A Sustainable Approach, Northern Bee Books, 2010