Je bekijkt nu Honingbijen in het wild?  Ze bestaan! Help ons zoeken!

Honingbijen in het wild? Ze bestaan! Help ons zoeken!

[Melding Wilde Honingbijen] [Signaler Abeilles Mellifères Sauvages] [Notification Wild Honeybees]

Biodiversiteit is levensbelangrijk

Als beweging kozen we voor de naam Werkgroep Natuurlijk Imkeren (WNI) maar deze naam klinkt op een bepaalde manier al te beperkend. Eigenlijk zijn we verdedigers van alles wat met biodiversiteit te maken heeft. Binnen die context gaat onze aandacht vooral naar honingbijen, maar dat mag geenszins als een “beperking” klinken. Het officiële statuut van de honingbij houdt vaak alleen rekening met volkeren die door de mens beheerd worden. Meer nog: de imkerij wordt vaak exclusief onder landbouw gecatalogeerd. Binnen het natuurlijk imkeren promoten we een benadering van de honingbij waar productiviteit niet langer voorop staat. We laten de deur open naar een respectvolle honingproductie (delen en niet stelen) maar we nemen de honingbij en haar natuurlijke levenswijze altijd als uitgangspunt. Meer en meer imkers zetten ook “conservatie-volkeren” op. Bijen krijgen een nestplaats en leven voor de rest zo autonoom mogelijk. Niet opbrengst maar hun rol opnemen in de biodiversiteit staan daarbij centraal. Maar wat met de honingbij los van de imkerij?

 

Wat zijn “wilde” honingbijen of beter: honingbijen in het wild?

Het kan niet verbazen dat wij ook sterk geïnteresseerd zijn in honingbijen die in het wild leven. Verbazend genoeg is daar weinig over bekend en wordt er in onze streken beperkt tot geen onderzoek over gedaan. Nochtans kunnen we zonder aarzelen stellen dat er overal waar er honingbijen leven ook volkeren voorkomen in het wild. Met wilde of verwilderde honingbijen bedoelen we meestal volkeren die terugkeren naar een wild leven. Ze leven zonder enige tussenkomst van de mens in een zelfgekozen nestplaats. Waar die volkeren vandaan komen is wellicht moeilijk of niet te achterhalen. Vaak zal het gaan over zwermen die vertrokken zijn bij een imker en die zelf een nestplaats konden kiezen. Maar het kan ook een zwerm zijn die vertrekt bij een volk dat al wild leefde.

 

Zijn er wel honingbijen in het wild?

Zelfs als we eeuwen teruggaan in de tijd stellen we telkens vast dat alleen bijen die door mensen beheerd worden echt aandacht krijgen. Aristoteles (384-322v. Chr.) was een van de eersten om over bijen te schrijven, maar ook dan ging het over bijen bij imkers. Entomologen (wetenschappers die insecten bestuderen) gaan zowat altijd voorbij aan honingbijen die in het wild leven en beperken hun studie tot bijen in kasten (buiten of in labo’s). Laat ons dat alvast een zonderlinge vaststelling vinden want er zijn heel wat streken binnen en buiten Europa waar ook vandaag nog volop wilde honingbijen voorkomen.
In Frankrijk is er bijvoorbeeld Vincent Albouy [1]die sinds 2017 een initiatief trekt dat in Poitou Charente wilde volkeren in kaart brengt. Die zoektocht gebeurt zowat alleen door vrijwilligers.

In 2018 registreerde Vincent zelf in La Charente Maritime 60 kolonies verdeeld over 37 gemeentes. Na één jaar werden er in Poitou Charente 109 nestplaatsen vastgelegd. De beschikbare gegevens leiden tot een schatting van één wild bijenvolk per 2km2 voor een weinig verstedelijkte regio.  Uiteraard kunnen we deze gegevens niet zomaar naar andere streken overzetten maar het is een indicatie.

Bij ons zijn er genoeg observaties om met zekerheid te stellen dat er hier wilde volkeren voorkomen.
Naast Vincent Albouy zijn er nu al heel wat mensen die in Frankrijk nesten van wilde honingbijen registreren:

 

Zijn honingbijen in het wild belangrijk?

De tot nu oudste gevonden bijenfossielen bewijzen dat er al minstens 30 miljoen jaar bijen op aarde leven. Alleen geheel autonome volkeren leven vandaag op volledig natuurlijke wijze. Deze volkeren worden even intens geconfronteerd met dezelfde stressfactoren als bijen in kasten: genetische verarming, sterk verarmd voedselaanbod (bloeiboog), allerlei gif (pesticiden op kop), ziektes al of niet veroorzaakt door parasieten (varroa op kop), allerlei factoren van milieuvervuiling en klimaatverandering. Daarbij komt dan nog een veel kleiner aanbod aan geschikte natuurlijke nestholtes. Holle bomen worden vaak geveld wegens weinig houtwaarde. (In dat verband verwijzen we graag naar de relatie tussen boomholten en biodiversiteit ). Wilde honingbijen worden niet door de mens beheerd maar ondergaan wel voortdurend de invloed van veel menselijke activiteiten.

Alvast één van de grote verschillen met volkeren in kasten is dat ze overgeleverd zijn aan een zware natuurlijke selectie. Als ze overleven hebben ze dat alleen te danken aan het realiseren van eigen vitaliteit gebaseerd op sterke immuniteit, resistentie en/of tolerantie. Hun genetische evolutie en structuur draagt alle noodzakelijke oplossingen in zich.
Het blijft daarom verbazen dat zo weinig onderzoekers zich hierop richten. Maar ook hier zijn er uitzonderingen. De eerste naam die je vaak tegenkomt is Dr. Thomas Seeley van de Cornell universiteit in de staat New York. De man is ondertussen een wereldvermaarde autoriteit op het vlak van honingbijen in het wild. We citeren hem uit zijn boek “Following the Wild Bees. The Craft and Science of Bee Hunting” waarin hij heel wat vertelt over wilde bijenvolkeren en vooral hoe hij die opspoort:

“Sinds het schrijven van mijn proefschrift in de jaren zeventig voel ik nog steeds een sterk verlangen om beter te begrijpen hoe deze prachtige kleine wezens leven in wilde kolonies in plaats van in kasten en bijenstallen. Alleen als je bestudeert hoe Apis mellifera in zijn natuurlijke omgeving functioneert kan je echt begrijpen hoe zijn fysiologie, zijn gedrag en zijn sociale leven tot stand komen en zich aanpassen aan een natuurlijk milieu.”

Er zijn heel wat lezingen van Dr. Seeley beschikbaar op Youtube waar je zijn werk beter kunt leren kennen. Dr. Seeley verwijst ook naar studies bij wilde bijenvolkeren gevoerd in Rusland, Zweden en Frankrijk die bewijzen dat ook daar een belangrijk aantal kolonies overleven. In Rusland is bijvoorbeeld vastgesteld dat heel wat volkeren varroa mijten verwijderen uit de raatcellen als één van de varroa-oplossingen. We weten ook dat imkers in bepaalde streken in Europa kasten met jonge koninginnen in de buurt van wilde volkeren plaatsen om ze te laten bevruchten door wilde darren. Zo integreren ze gewenste genetische eigenschappen (zoals vormen van varroa resistentie) bij hun volkeren. Naast hun genetisch belang blijven wilde volkeren ook bestuivers. Zolang we geen echt zicht hebben op mogelijke densiteit kunnen we het belang van hun rol als bestuivers niet echt inschatten, maar bestuiven doen ze.

 

Het belang van natuurlijke nestplaatsen.

In oorsprong bewoonden honingbijen bij ons vooral boomholtes. Ze leefden overwegend in connectie met bos. Mettertijd zijn ze meer en meer ook holtes gaan bewonen die door de mens zijn gemaakt. Holle ruimtes in vooral huizen, kastelen, kerken, torens, standbeelden, schouwen, palen…Dat laatste zijn ze ook meer en meer gaan doen omdat er als maar minder geschikte natuurlijke nestsites beschikbaar zijn. We verwijzen hier graag naar de blog van Anton Van Derbeken “Relatie tussen boomholten en biodiversiteit”.

Onderzoeken naar wilde honingbijen die al langere tijd lopen concentreren zich vaak minstens even intensief op de opvolging van nestplaatsen als de bijen die ze bewonen. Je kan jaren na mekaar bijen zien op een bepaalde plaats maar als je ze niet regelmatig opvolgt kan je niet weten of het over hetzelfde volk gaat. Maar als we ernaar streven om het aantal geschikte natuurlijke nestplaatsen voor honingbijen te laten toenemen geven we hun overlevingskans een duw in de rug.

 

Laat ons samen zoveel mogelijk volkeren die in het wild leven in kaart brengen

Honingbijen verdienen het om ook bij ons als wild insect hun plaats te krijgen. Onterecht wordt gedacht dat er “geen” honingbijen meer autonoom leven in de natuur. Daarom roepen we iedereen op om elke wilde kolonie aan ons te laten kennen. Dat kan heel eenvoudig door dit formulier in te vullen: [Melding Wilde Honingbijen]

Wij concentreren ons op België, maar we zijn ambitieus en inventariseren tegelijk met mensen in Nederland en Luxemburg.
Daarom is het in te vullen formulier ook beschikbaar:

Belangrijk:  De exacte locatie en uw gegevens blijven enkel  bewaard binnen de Werkgroep Natuurlijk Imkeren en worden niet openbaar gemaakt. Enkel de postcode van de gemeente in dewelke het bijenvolk zich bevindt zal worden weergegeven op een kaart.

 

Besluit

We zijn ervan overtuigd dat dit project absoluut bijdraagt aan de biodiversiteit. Honingbijen zijn niet alleen landbouwdieren maar ze leven ook als gewone wilde insecten in onze streken. We hopen dat zwart op wit te bewijzen met dit project en daarmee de blik van vele mensen en het statuut van de honingbij te verruimen. Daarbij kunnen we nooit voldoende herhalen dat de slaagkansen vooral afhangen van mensen als jij.

Verruim vanaf nu je blik. Speur vanaf nu alle mogelijke gebouwen, constructies en bomen af op zoek naar uitvliegende honingbijen. Laat het ons weten als je een nest gevonden hebt (of al lang weet zitten). Spreek over onze zoektocht met zoveel mogelijk mensen. Elke “gewone” Belg die wandelt, die naar vogels, planten, insecten of ander leven speurt kan helpen zoeken. Het kunnen ook natuurgidsen of boswachters zijn maar evengoed boomchirurgen, mensen die historische gebouwen restaureren enz.

Eventueel volgende stappen zullen afhangen van de resultaten die we binnen krijgen. Hopelijk helpt dit mee aan een officiële erkenning van de wilde honingbij. Misschien zetten we samen de eerste stappen naar een beschermd statuut van natuurlijke nestplaatsen en de honingbijen die ze bewonen. Om af te sluiten nog een zalig inspirerend filmpje:

 

[1] Abeille en Liberté, nr 1,2,3,4 en 5 – 2019&2020. Uitg. Terran Magazines – www.abeillesenliberte.fr

Dit bericht heeft 26 reacties

  1. Bart Lenaerts

    Dus bijen in spouwmuren, daken, …., Tellen ook mee dan?
    Want dan kan ik er zo wel enkele geven

  2. Lode Devos

    Absoluut. De plaats waar de honingbijen leven maakt niet uit als ze geheel autonoom en niet “beheerd” door een imker leven. Het mag gerust onder de eigen dakgoot zijn. Zoals meegegeven in het meldingsformulier: als je foto of vdeo kunt mee bezorgen helpt ons dat in grote mate. Alvast dikke merci, je wint de trofee van de eerste reactie 🙂 Hopelijk volgen er nog vele.

  3. Samuel De Rycke

    Je bedoelt vast verwilderde honingbijen ? Er is toch wel een groot verschil tussen een wilde soort en een verwilderde soort. Je kan het vergelijken met een voorbeeld als de Wilde kat en verwilderde huiskatten.

    1. lode devos

      Beste Samuel,
      Als we op vandaag volkeren aantreffen die teruggekeerd zijn naar een autonoom leven in de natuur kunnen we die als “wild” of “verwilderd” bestempelen. Feit is dat we zowat nooit weten waar ze vandaan komen. Ze kwamen er als zwerm vanuit een bijenkast of vanuit een al wild of verwilderd volk. We weten ook niet hoelang ze daar als volk al verblijven. Er zijn nestplaatsen bekend waar al meer dan tien jaar honingbijen autonoom leven maar gaat dat over hetzelfde volk? Zijn daar al één of meerdere keren andere zwermen ingetrokken? Op vandaag veel meer vragen dan feiten. Dr. Thomas Seeley deed genetisch onderzoek bij volkeren in een woud in de VS. Zijn conclusie was dat de herkomst van deze volkeren niet in bijenkasten lag maar dat het al lange tijd “wild” levende kolonies betrof. Dat zegt op zich niks over de toestand bij ons. Maar wij denken dat het op zich al interessant is om na te gaan in welke mate er bij ons wilde of verwilderde volkeren voorkomen. Ikzelf verwacht dat dat er aardig meer kunnen zijn dan vaak wordt aangenomen. Daarnaast zou Ik in de natuur levende bijen niet te snel vergelijken met verwilderde huiskatten. Je kan honingbijen nooit als “gedomesticeerd” bestempelen. Niemand heeft controle op wat ze bijv. buiten de kast uitspoken. Maar ik besef maar al te goed dat ik daarmee complexe materie aanraak en voer voor veel uitwisseling van meningen. Dat zal wellicht deel uitmaken van een mogelijks vervolg op onze inventarisatie. Maar bedankt voor je reactie die het onderwerp mee open trekt.

  4. Marianna de Leeuw

    Een aantal jaren geleden werd er een boom door de bliksem gespleten daar bleek een bijenvolk zich al vele jaren te verblijven aan hun dikke raten te zien. Ik heb geprobeerd dat volk te redden door ze in een TBH te plaatsen. Maar de volgende dag waren ze weg. Groeten uit Amsterdam Nieuw-West.

    1. lode devos

      Hoi Marianne,
      Bedankt voor het delen van je ervaring. Wat je vertelt illustreert dat bijen die over vrijheid beschikken pas in een nestplaats blijven als ze het er helemaal naar hun zin hebben. Wij kunnen alleen maar gissen wat dat betekent, “weten” doen we niet. Misschien krijgen we wel meldingen van volkeren die als nazaten van dat volk konden blijven overleven in de natuur. Maar misschien is dat té optimistisch. Hoop doet echter leven.

      1. Marianna de Leeuw

        Hoi Lode,
        Drie weken geleden waren de bijen gaan zwermen en kozen een spouwmuur. Een dag later zaten ze heel rustig op een tros hoog in een boom. Ik heb ze mbv de brandweer kunnen scheppen en in een TBH geplaatst. Daar is de imme nog steeds en er komt volop stuifmeel binnen. Ik imker op de biodynamische wijze en laat ze verder met rust. Ik heb wel een kijkraam en gluur afentoe naar binnen 😉 Het is een heel rustig volk kan er uren naar kijken.
        Groetjes Marianna

      2. Ria de Vrind

        In Dordrecht Helsluis, Nederland, zit in de grond onder mijn Fagus sylvatica heg een bijenvolk.

        1. Lode Devos

          Beste Ria,
          Honingbijen die nestelen onder de grond… Het klinkt zeer onwaarschijnlijk. Bedoel je dat ze onderaan in een holte van die beuk huizen? Dat zou kunnen. Als het echt ondergronds is denk ik eerder aan hommels. Die huizen graag ondergraonds. Wat denk je?

  5. Chris Paepen

    Een heel waardevol initiatief, waaraan ik zeker wil meewerken, en het ook verder bekend wil maken. Toevallig heb ik enkele weken geleden in mijn tuin een kast geplaatst (eigen ontwerp, veelal gebaseerd op principes uit info van Thomas Seeley), met de bedoeling dat zich daar ooit een bijenvolk in kan nestelen, zonder menselijke interventie. Benieuwd… Ik hoop dat er in de toekomst, meer en meer woon-mogelijkheden zullen zijn voor bijenvolken in “de natuur”. Op die manier krijgen ze gelegenheid om op hun manier om te gaan met allerhande invloeden en belagers.

  6. Ik woon zowat als kluizenaar in de Pyreneeën. Dus dat is te ver weg.
    Maar ik vind dit een ontroerend en interessant initiatief.
    Veel succes toegewenst!

  7. Ben vanvoorden

    Ik heb reeds twee stammen die bewoond worden door volwaardige colonies bij ons in de weide geplaatst, deze heb ik beide kunnen redden nadat hun boom gekapt was. Zelf heb ik ook meerdere kasten die we wel beheren zoals een gewone imker maar de wilde bijen zijn bij ons ook welkom.

  8. Jaap vd Berg

    op mijn werk in den dolder een volk in een boom vanaf 2013 en 1 volk in het bos Op hees in Soest sinds 2019 bekend

    1. lode devos

      Beste Jaap,

      Als het niet teveel gevraagd is: wil aub het meldformulier invullen dat je onderaan de blog hierboven vindt. Zo kunnen we ook die volkeren netjes meenemen in ons overzicht. Warme groet

  9. Siera Mirca

    Op 21mei hebben wij een zwerm gehad in onze tuin. De imker is ze komen halen maar er is een rest overgebleven en ze bleven actief. Aangezien ze net naast een pad hingen heb ik ze op een afgezaagde boomstam onder een bijenkorf gelegd en daar zitten ze nu nog steeds. Ik vind het enorm fascinerend! Het is mijn bedoeling om ze daar nu met rust te laten en ze van onze tuin/bloemenweide te laten genieten. Valt dit ook onder wilde bijen? Vul ik het formulier in?

    1. lode devos

      Hallo,
      Op zich een schitterende ervaring en een prachtige aanpak maar er is teveel tussenkomst van “de mens” om dit volk als “wild” of “verwilderd” te bestempelen. In het Frans noemt men dit “une ruche de biodiversité”. Dat hebben wij vertaald als een “conservatie volk”. Het is een volk dat in een nest terechtkomt dat aangeboden werd door een mens (een holle boomstam of wat dan ook) en waar het volk voor de rest zo autonoom mogelijk leeft. In principe ook zonder enige productie van honing of wat dan ook die weggenomen wordt. Alvast warme dank voor je verhaal

  10. Ron Van Lohuizen

    mijn Buckfast is vorig jaar gezwermd en heeft zich bij ons voor in de boom bij de kerk in Sint Kruis genesteld. Ze doen het goed. Ik herken nog dat het Buckfast is en ik ben de enige in de buurt (West Zeeuws-Vlaanderen) met Buckfast. Anderen hebben Carnica.

    1. lode devos

      Beste Ron,
      Heb je het meldformulier ingevuld? Dat helpt ons enorm om alle gegevens mooi op een rijtje te hebben.
      Indien al gedaan: warme dank.
      Indien nog niet, op onze homepage vind je meteen bovenaan de link: http://www.natuurlijkimkeren.org

  11. Jeroen Donker

    Er woont al minstens 15 jaar een krachtig volk in de schoorsteen van mijn huis, waarschijnlijk oorspronkelijk afkomstig van de vereniging die op 250 meter zit. De schoorsteen is een fort, eenvoudig te verdedigen tegen hoornaars, het heeft slechts twee kleine vliegopeningen. Naast hoornaars zie ik ook de bijenwolf regelmatig langskomen, met een geroofde bij om eitjes op te leggen…
    ps. De foto’s die ik probeerde te mailen komen niet aan, melding dat mailbox ontvanger vol is.

  12. Harshan Uruthiranantha Sarma

    Als deze bijen in het wild leven steken ze dan wel? Of niet?

    1. lode devos

      Honingbijen in het wild zijn eigenlijk geheel dezelfde bijen als zij die in kasten leven. Alle werksters kunnen allemaal steken. En de samenstelling van zo’n wild volk is vergelijkbaar met de bijen in kasten.

  13. Dennis

    Wat moet je doen indien die wilde honingbijen uitheemse honingbijen zijn? Bestrijden? Want ecologisch gezien zijn dat dan toch invasieve exoten?

  14. lode devos

    Dag Dennis,
    Wat bedoel je precies met uitheemse honingbijen? Bedoel je alle “niet-zwarte” honingbijen of bedoel je nog iets anders?
    Beadnkt om dit te verduidelijken zodat we een gepast antwoord kunnen geven.

    1. Dennis

      Dag Lode, ik bedoel met invasieve exoten inderdaad alle honingbijen die niet ‘Apis mellifera mellifera’ (zwarte bij) zijn, dus bv. carnica en buckfast. Het stuk hierboven is heel natuurminded, doelstelling is om het statuut van de honingbij te wijzigen om wilde bijenvolken en nestplaatsen te beschermen, staat er zelfs te lezen. Maar ga je die nesten ook beschermen als er invasieve exoten in zitten? Dat zou immers toch wel echt de wereld op zijn kop zijn.

      1. Lode Devos

        Hoi Dennis,
        Je reactie is heel duidelijk. Maar daar is toch wel veel over te zeggen. Een eerste bedenking: Onze streken worden bevolkt door duizenden bijenvolkeren. Als je natuurlijk imkert is de kans groot dat je voor standbevruchting opteert. Dat betekent dat er geen sprake kan zijn van raszuiverheid. Bij wilde bijen die autonoom leven kan je de bevruchting nooit controleren en is raszuiverheid (als je dat al zou willen) onmogelijk. Wij willen de wild levende volkeren ook niet verstoren. Hoe kan je dan met zekerheid het ras vaststellen? Iets wat hoe dan ook al niet simpel is en verregaande expertise vereist. Alle begrip voor de initiatieven die de zwarte bij promoten en en bevoordelen maar om dit te bereiken grijpt men al eens naar kunstmatige bevruchting of vormen van gecontroleerde bevruchting (eilanden of exclusieve bevruchting standen) en moet je koninginnen in kleine volkjes en kastjes onderbrengen, er mee gaan reizen. Er worden al eens koninginnen gekweekt enz… Over al die dingen is er wel iets te zeggen. Vanuit de manier waarop wij natuurlijk imkeren definiëren gaan we niet voor het exclusief aanvaarden van de zwarte bij. Wij stellen eerder “lokaal aangepast” centraal. Ikzelf opteer bijv. al vanaf dag één voor standbevruchting waardoor de bijen die ik hoed als straatbijen kunnen bestempeld worden. Zeker niet raszuiver. En wat mij betreft evenmin “invasieve exoten”.
        Natuurlijk imkeren betekent voor ons dus geenszins alleen zwarte bijen favoriseren, laat staan andere rassen veroordelen. Laat er ruimte zijn voor nuance. Dat impliceert bijv. ook dat we buckfast gerust als “een door de mens vooral op basis van menselijke criteria geschapen bij” mogen omschrijven. Wat iets anders is dan carnica bijv. wat een echt bijenras is. Ook al komen deze laatste niet vanzelf hier voor. We pleiten ook voor ruimte voor verschillende meningen terwijl we toch streven naar duidelijkheid. Maar wat mij/ons betreft staat natuurlijk imkeren niet gelijk aan exclusiviteit voor de zawrte bij. We vinden ook dat alle in het wild levende honingbijen volkeren gerespecteerd mogen/moeten worden, los van ras en stand. In het volle besef dat we hier maar een tipje van de sluier lichten. Warme groet

  15. Dennis

    Dag Lode, ik had het specifiek over de wilde bijenvolken (het thema van dit blogbericht), niet over de volken waarmee geïmkerd wordt, tevens onafhankelijk of dat traditioneel, natuurlijk, … imkeren is. Hoe je imkert en de bijen waarmee je imkert, dat zijn keuzes die elke imker als landbouwer zelf mag maken. Maar van mening zijn dat alle bijenvolken die in het wild leven, zelfs wanneer het invasieve exoten zijn, gerespecteerd moeten worden, dat doet mij ernstig twijfelen of WNI eigenlijk wel begrijpt waar biodiversiteit over gaat. Dat is niet bedoeld als een aanval, het is louter een rationele vaststelling. Bedankt alleszins om jullie standpunt te verduidelijken.

    Overigens, de afkomst van een wild bijenvolk zou wellicht makkelijk achterhaald kunnen worden via een DNA-test, zoals ook bij andere wilde dieren gedaan wordt zoals de wolf. En die lokale adaptatie, dat lijkt mij toch moeilijk om in Vlaanderen te krijgen als je aan standbevruchting doet terwijl er overal zoveel carnica en buckfast geteeld wordt die helemaal niet lokaal aangepast is. Lokale adaptatie lijkt dan wel een illusie, tenzij men via exclusieve bevruchtingsstanden lokaal geadapteerde koninginnen kan laten bevruchten door lokaal geadapteerde darren … (waar men bij de zwarte bij dus wel in slaagt).

Geef een reactie