Vorig jaar was er een eerste keer Learning from the bees in Nederland. Een internationale bijeenkomst die mensen van over gans de wereld, geïnteresseerd in een natuurlijke benadering van imkeren of bijenhoeden, samenbrengt
Toen namen we met 5 leden van onze Werkgroep Natuurlijk Imkeren deel.
Voor een verslag van vorig jaar zie deze link.
Dit jaar beperkte onze delegatie zich tot Geert Steelant en mezelf, Geert Groessens.
VOORAF
Geert S. werd door de organisatoren uitgekozen om een presentatie te geven over het werken met roofmijten in de bijenkast. (Je leest er alles over in deze brochure).
Daarover is tot nu weinig wetenschappelijk werk verricht. Het valt mij op dat Geert S. met een verdediging begint t.o.v. een wetenschappelijke studie over de Stratiolaelaps scimitus-mijt waarin gesteld wordt dat ze ook bijen-eitjes en kleine larfjes opeet. Bij nader toezien gaat het hier over eitjes en larfjes die onbeschermd en als enig voedsel worden voorgeschoteld aan de roofmijt. Dit staat haaks op de bevindingen van Geert die vaststelt dat de roofmijt de eitjes en de larfjes ongemoeid laat in zijn kasten. Ongetwijfeld heeft dit te maken met de temperatuur van 35°C in het broednest. Geen interessant klimaat voor deze roofmijt die inactief wordt bij een temperatuur van 26°C.
We hebben ons goed voorbereid en heel wat exemplaren van de Engelstalige brochure mee voor de deelnemers aan de conferentie.
Vooraf aan de conferentie is er een uitgebreide Zeidlerei-cursus doorgegaan. Een tweedaagse met 35 enthousiaste deelnemers die kloskorven (bijenkasten in uitgeholde boomstammen) gemaakt hebben tijdens deze cursus “boomimkerij”. Dit aspect ontbrak vorig jaar op het eerste congres van Learning from the Bees in Nederland en was de rechtstreekse aanleiding voor enkele Duitse initiatiefnemers om dit congres dit jaar al naar Berlijn te brengen.
ZATERDAG 31 AUGUSTUS
Het congres oogt wat kleiner dan vorig jaar. Het brengt ditmaal zo’n 150 deelnemers uit 25 landen bij elkaar. Een mooie groep maar wel ongeveer half zo groot als vorig jaar. De uitstraling van het congres is net iets minder luxueus dan op de vorige congresplaats, maar het belooft zeker boeiend te worden.
De start is een plenaire zitting waarin 4 sprekers aan bod komen. Een inleiding waarin verteld wordt hoe dit congres op het eerste in Nederland ontstond omdat enkele Duitse deelnemers vonden dat er toen te weinig aandacht was voor de boomimkerij (Zeidlerei). Vandaar dat het congres nu ook voorafgegaan werd door die Zeidlerei-cursus.
De tweede spreker is Mr Powell uit Engeland die vorig jaar de congresleider was en al heel wat jaren met wilde bijenvolken in bosprojecten aan de slag is. Hij eindigt emotioneel omdat hij een volwassen erg zieke dochter heeft en toch aanwezig kan zijn.
Daarna is de Amerikaanse Deborah Richmond aan de beurt met een originele insteek: Ze vraagt om bij je buur na te gaan Hoe jij de rol van bijen ziet en wat ze bij jou persoonlijk teweeg brengen. We eindigen met een HUM-zoem-sessie. Ook vorig jaar werd zo getracht om de groep zich als één kolonie te laten voelen.
Vervolgens komt prof Thomas Seeley aan de beurt met een uiteenzetting over het overleven van wilde bijen sinds de aankomst van de varroa-mijt in zijn streek in de staat New York in de jaren ’90. Zoals steeds goed gedocumenteerd met foto- en cijfermateriaal. Erg interessant ook om te leren dat de wilde bijen wel degelijk overleefd hebben en daarbij een strenge selectie ondergingen.
Daarna wordt de groep in 2 sessies opgesplitst. Ik kies ervoor om de sessie over het beleid mee te maken terwijl Geert S. naar de sessie van Torben Schiffer gaat om de Schiffertree (de door Torben ontworpen kast die imkeren met de boekschorpioen moet mogelijk maken) uitgelegd te krijgen. In de tussenliggende pauze staat Geert bij zijn stand met Warré-bijenkast om toelichting te geven over de roofmijt. Druppelsgewijs dikt het publiek aan. De eerste exemplaren van de Engelstalige brochure worden verspreid. De kast zelf zorgt voor wat meewarige blikken, zeker als Geert zelf niet aanwezig is, maar in haar ongekunsteldheid misstaat ze niet op deze locatie. 15 m verder staat de technisch perfect afgewerkte Schiffertree.
Bij de start van de namiddag wordt de groep opnieuw opgesplitst, ditmaal in een 5-tal sessies. Zelf kies ik voor een sessie waarin 4 vrouwen getuigen hoe ze met hun acties een verschil beginnen te maken voor de bijen.
Jacqueline Leyman uit de VS vertelt hoe ze startte als nieuweling in een klassieke imkersvereniging maar meteen koos voor een “andere benadering” en hoe ze daardoor in enkel jaren tijd de interesse zag verwijden én het ledenaantal groeien. Zijzelf is daarin een motor geweest die via presentaties geleidelijk aan ruimte voor andere zienswijzen heeft laten ontstaan. Concreet en bevattelijk en toegankelijker dan haar boek. Leuk.
Laura Williams getuigde hoe zij ijvert voor herbebossing in Midden-Portugal. Daarbij valt op hoe zij een rustige concentratie aan de dag legt. Volgens haar komt die vanuit de meditatie die zij als groep dagelijks beoefenen. Door deze werkwijze is zij haar aanvankelijke kwaadheid als Engelse milieuactiviste kwijtgespeeld. Niet alleen bereiken ze zo concrete resultaten. Er ontstonden ook netwerken die mensen van overal verbinden met elkaar via digitale sessies. Indrukwekkend. Hier wil ik nog meer over vernemen.
De laatste jonge dame is een activiste uit een actiegroep die een woud bezet. Ook zij getuigt hoe er een platform aan mensen uitgroeit tot een beweging met politieke kracht in een verhaal van verzet tegen een dagbouwproject waarbij honderden hectaren bos en kleine woonwijken dreigen van de kaart geveegd te worden.
Na een volgende plenaire zitting met de gekende uitwisseling en bijhorende HUM-sessie, kiezen we ervoor om tijdens de tweede namiddagsessie samen de demonstratiesessie ‘Zeidlerei’ te volgen. Hierbij demonstreert een Poolse cursusgever in 90 minuten hoe een boom met een kettingzaag uitgezaagd wordt. De stevige kerel heeft een Stihl-kettingzaag in handen, maar de ketting zelf lijkt een slijpbeurt nodig te hebben. Geert S. en ik kijken elkaar in die zin eventjes aan. Het werk vordert onder het toeziend oog van een 30-tal aanwezigen. Er is ook een introductie waarin de totale werkwijze uitgelegd wordt en ook gelegenheid tot vragen en verdere toelichting.
Na deze sessie is er opnieuw pauze
Nu is het tijd voor de ‘Speed Talks’. Geert Steelant is nr 7 in de rij. De eerste spreker is Dr. Tugut Altug, een politieker van ‘die Grünen’ omtrent de actieprogramma’s voor bijen in Berlijn. Hij kan in het voorziene tijdsbestek amper de kern van het betoog in de verf zetten. Hij oogt nochtans sympathiek en bekwaam als plaatsvervanger voor de grote naam die op het programma stond. Vanaf de tweede spreker loopt het volgens plan. Wanneer Geert aan de beurt is werkt het filmpje (gefilmd in de UK) niet waarin roofmijten te zien zijn in een holle boom. We slaan het over. Dat is geen beletsel voor Geert S. die snel goed op dreef is en de kern van zijn verhaal overtuigend brengt. Intussen was de interesse bij velen ook gewekt door het demonstratiestandje. Op het einde laat Geert zijn tekst voor wat die is en besluit de voorzitter het filmpje helemaal te laten lopen tot aan het punt waarop de roofmijten tevoorschijn komen. Dit kan want er is een spreker weggevallen en de zaal wil dit zeer graag mee bekijken. Een mooi succes dus.
Na de speedtalks worden we uitgenodigd om met de metro naar het Prinzessinenpark te gaan voor een rondleiding, een film en een avondmaal. Het blijkt een alternatieve buurt te zijn met enkele eetgelegenheden in omgebouwde containers. In het park hangen ook alternatieve bijenkasten en er staan bijen-boomstammen opgesteld. We gaan aan de babbel met 2 sympathieke Françaises die we in februari al leerden kennen op een studiedag in Louvain-la-Neuve. Even later ga ik op zoek naar de filmlocatie. Alweer 100% alternatief: het is een openlucht cinemaatje met plaats voor een 50-tal bezoekers. Na de film keuvelen we nog even na en dan zoeken we de metro op om terug te keren.
ZONDAG 1 SEPTEMBER
Tweede en laatste dag van het congres en daarna keren we meteen huiswaarts. Na de eerste plenaire zitting is er een infomarkt met verschillende sprekers van de vorige dag en nieuwe bekende namen of gereputeerde afgevaardigden (zoals Albert Müller, de Fishermühle, enz.). Je mag aansluiten waar je wil en ook wisselen van groep naar eigen inzicht. Ik zoek het groepje van Laura Williams op en verneem wat meer over hun werkwijze. Er wordt ook teruggekoppeld op persoonlijke vragen en bezorgdheden. Goede sessie. Ik verken een beetje verder, pik hier en daar een woordje mee en ga ook even luisteren naar prof Seeley,in de stille hoop hem na de sessie een brochure van Geert S. te kunnen overhandigen. Hij gaat in gesprek met Torben Schiffer en we zullen het op een ander moment moeten proberen. Beneden is er nog een sessie aan de gang met een vertegenwoordiger van de Fishermühle. Deze man is wel geïnteresseerd en verwijst naar de speed talk van gisterenavond. Die heeft zijn effect duidelijk niet gemist. Ook Jacqueline Leyman aanvaardt graag de brochure. Dat is alvast één iemand die de boodschap kan gaan bestuderen aan de overkant van de oceaan. Een man uit Noorwegen spreekt Geert na het middageten aan. Hij gaat de methode van de roofmijten ook zeker uitproberen.
Omstreeks 13 u zit Geert S. in de vrijwel lege zaal opnieuw op het podium. Hij heeft zich opgegeven voor een vrij interview met een kunstenares die een oproep deed om persoonlijke getuigenissen over het leven met de bijen af te leggen. Hij eindigt met een stukje opera omdat ze ook vroeg naar eventuele andere hobby’s.
En dan is het tijd voor de afsluitende sessie. In het plenum wordt een dankwoord uitgesproken en Geert S. wordt met alle sprekers op het podium gevraagd. Ze krijgen allen een potje honing waarna wordt afgerond met een bijenlied. Een leuke afsluiter. Als ik meteen nadien snel even naar het toilet moet, hoor ik de stem van Geert door de hall klinken. En jawel, hij heeft nog een eigen afscheidslied in petto waarbij ook iedereen uitgenodigd wordt om mee te zingen.
Hier eindigt het congres maar we hebben nog net de kans om prof Seeley de brochure voor te stellen. Hij reageert zeer positief: een dergelijke brochure die helder en eenvoudig uitlegt wat er kan uitgeprobeerd worden is zeer welkom voor de hele beweging.
Uiteindelijk geraken we weg.
NB: Geert S. heeft de week daarop nog vele e-mails uit diverse landen en aanvragen om als spreker op te treden gekregen. Er werd ook opgeroepen om naar Apimondia in Montréal te gaan, maar op eigen kosten niet haalbaar en daarom is enkel de brochure digitaal verzonden. Overigens kwam die oproep van Ellen van Honeybee-valley, die met een afvaardiging van een 3-tal personen present tekenen in Canada. Ze kregen de Engelstalige versie van de brochure mee van Geert S. De boodschap blijft zich dus verspreiden…