Op 20/11/22 vonden een vijftigtal geïnteresseerden de weg naar het PCLT in Roeselare. Meerdere mensen gaven aan een meer centrale ligging te verkiezen: alle begrip daarvoor. Maar we roeien met de riemen die we hebben en zijn de PCLT mensen bijzonder dankbaar om hun gastvrijheid. Maar volgende keer elders.
Verwacht hier geen te gedetailleerde neerslag van alle presentaties. Soms houden we het bij wat indrukken. Maar bereid je toch voor op een echt lange blog met inhoud:
Lode Devos: De ondertussen traditionele inleiding
We blijven een open beweging gaande van “conservatie bijenhoeden” (leunt erg dicht aan bij honingbijen in het wild) tot echt “imkeren”. Dat “open” niet gelijkstaat aan “alles kan” lees je hier op de website .
- We zijn geen “blinde bijen vereerders”. Bijen zijn één element in de eenheid van een breed ecologische wereld. Bijenhoeden is dus een breed ecologisch engagement.
- Je vertrekt van de aarde of vanuit spiritualiteit. Of je ziet dat beiden één zijn.
- Je droomt van een wereld waar natuur en landbouw geen nodeloze grens kennen en waar ruimte is voor plant en dier (waaronder de mens)
- Hoe kwamen we er ooit toe om honingbijen alleen als landbouw-nutsdier te erkennen?
Jane Goodall: “All human problems arise from the disconnection of intelligence and wisdom.”
Geert Groessens licht essentiële punten uit wat hij vertelde:
Zoek actief hoe je warmtehuishouding gemakkelijker maakt voor de bijen:
Twee mogelijke voorbeelden:
– Een absorptiekussen tijdens de winter boven op de bijen met daarboven een tochtstrook over heel het kussenoppervlak maakt een groot verschil in warmtecomfort voor de bijen (zie tekening). Bijen die droog zitten moeten minder energie stoppen in het opwarmen van hun omgeving (vocht vergt veel energie om op te warmen) en schimmelvorming in de kast wordt maximaal voorkomen.
– Kleine volkjes overwinteren vlotter als lage ramen (zoals Simplex van bv 21 cm hoog) een kwartslag (90°) gedraaid worden en ondergebracht worden in een daartoe geconstrueerd kastje. Maak het niet te breed. Een 6 raamskastje van 2 rompjes mini-plus is bv. erg geschikt.
Besteed heel veel aandacht aan stuifmeel in het vroege voorjaar en het najaar.
4 belangrijke invalshoeken:
– Krokussen dicht bij de kasten zijn weldadig. Zet vooral vroegbloeiende crocussen zodat je bloemen hebt in feb-maart (Crocus flavus (gele krokus), Crocus tomassinianus (boerenkrokus)) en ook herfstkrokussen die bloeien sept-okt. Crocus kolschyanus (najaarscrocus), Crocus sativus (saffraankrokus)) zijn ook zeer interessant.
– Cruciaal is wilgenstuifmeel in maart. Een wilgenstruweel van minstens 20 struiken van vroegbloeiende wilgen dicht bij jouw kasten is van goudwaarde. Inheemse vroegbloeiende wilgen zijn: Salix caprea (boswilg), Salix viminalis (katjeswilg), Salix cinerea (grauwe wilg), Salix daphnoides (berijpte wilg). Uitheemse vroegbloeiende Salix aegyptica (Perzische wilg), Salix medwedewii (Kaukasische wilg) en Salix gracilistyla (met roze katjes) kunnen overwogen worden om het bloeiseizoen nog te vervroegen tot in februari. Salix triandra ‘Semperflorens’ (Amandelwilg, maar enkel deze ‘Semperflorens’-selectie is echt de moeite want die blijft als enige doorbloeien, met name van april tot aan de eerste vorst in oktober-november).
– Klimop dichtbij de bijenhal is een must voor het stuifmeel in september-oktober.
– Bijen met te weinig stuifmeel in hun omgeving kunnen geholpen worden met een stuifmeelvoederdeeg van 10/08 tot 30/09 en van 15/01 tot 10/03 (bijv. in afwachting van de aanplant van meer stuifmeeldrachtplanten). Gebruik best stuifmeel uit eigen oogst dat je afvangt in juli en dat je droogt (drogen op 35-40°C) of in de diepvries bewaart.
Recept: 210 g stuifmeel*- 60-70 g honing*- 20-25 g appelazijn – 1 g zout. Mengen en consistentie van marsepein nastreven. Rolletjes op de ramen leggen bij temperaturen > 20°C of anders in een omgekeerd honingpotje boven de voederopening. Enkel zinvol als er gelijktijdig voldoende honing in het volk aanwezig is.
Geert Steelant: Voortschrijdend inzicht dat leidt tot een volgend kastontwerp.
Geert’s voeten staan vergroeid in de West Vlaamse klei vandaar ook zijn altijd praktische insteek.
Geert wordt al langer geassocieerd met de toepassing van roofmijten maar die werden nu redelijk aan de kant geschoven.
Geert begint met een aardig rondje maatschappij kritiek. Consumptie ligt aan de basis van veel ellende. Oogst hoogstens honing als er echt overschot is. De mens weet maximum 20% van wat zich in een bijenvolk afspeelt. Enz enz
Geert’s aanpak beter leren kennen kan via diens website: www.delachendebijenkast.be
Of via facebook: https://www.facebook.com/geert.steelant/
Anton Vander Beken: Is er autisme in de imkerij?
Anton neemt ons mee door een eigen traject van een paar tientallen jaren bijen houden.
Hij nodigt ons uit om zijn ervaringen als inspiratie voor onze eigen “imkerij” te gebruiken.
Een aantal zaken op een rijtje:
– Filteren en integreren van informatie: Pas de omgang met je bijen aan aan je nieuw verworven inzichten
– Let op valkuilen van specialisatie, ideologische naïviteit en modieuze trends: Kijk breder, holistisch maar ook realistisch
– Anton start vol verwondering voor natuur wat leidt naar biologie studeren en via familie belandt hij in de conventionele imkerij.
– Het evolueert naar een dwingende intensieve vrijetijdsbesteding, daartegenover staat de ontnuchterende ontdekking van inzichten in lokale ecosystemen
– Daardoor groeit het verbreden van de vrijetijdsbesteding. Honingbijen staan niet meer centraal maar worden een deel van het (wilde) insectenrijk en de gehele natuur.
Dit helpt bij het herwinnen van persoonlijk evenwicht
– Bijen die sterven: evolueert van ernstig persoonlijk verlies (met vaak schuldgevoel) naar geen emotioneel lijden meer. Ook al blijft het echt jammer.
– Enkele strikt bijen-gerelateerde inzichten om af te ronden:
* Het werk van Barbara Locke uit 2015: de bijen zijn niet in gevaar als we er als mens
vanaf blijven. Ze bestudeert op meerdere plaatsen in de wereld autonoom levende bijen-
volkeren en ziet dat die zelfstandig een hogere graad van varroa-resistentie ontwikkelden
dan “geïmkerde” volkeren.De ganse studie vind je hier: Barbara Locke
* Snij geen darrenraat, pas op met waswafels
Volken met een vrije darrenproductie functioneren beter dan andere volken. (Ruttner 1965)
Darren beperken en bevruchtingen controleren beperkt de genetische diversiteit.
Alleen natuurlijke bevruchting garandeert de aangepaste genetische diversiteit.
* Horizontale – versus verticale transmissie
Horizontale transmissie is van het ene volk naar het andere: gastheer en parasiet zijn geheel
nieuw voor elkaar, hebben geen relatie. (invoeren van nieuwe koningin, vervliegen op
standen, via technische hulpmiddelen).
Verticale transmissie is van moeder op dochter (of zoon). Aanpassingen gaan via de genen
die de moeder doorgeeft (via dochters en zonen) aan de volgende generaties.
De koningin voegt specifieke immuun-primers toe aan eitjes, tegen specifieke parasieten
en op grond van eigen contacten met parasieten, via het dooier-eiwit vitellogenine (Salmela
et al. 2015)
Verticale transmissie is een véél zachtere transmissie.
Myriam Lefebvre: Belangrijke factoren in de omgeving van de honingbij.
foto: Myriam Lefebvre
Een greep uit wat Myriam verteld heeft:
Microben zijn de belangrijkste organismen op onze planeet en zij hebben de planeet en alle wezens
gemaakt. Hoe onwaarschijnlijk klinkt het dat we 10X meer microben dan menselijke cellen bevatten en dat we 200X meer genetisch materiaal afkomstig van microben dan menselijk hebben.
Het microbioom is een ecosysteem dat bestaat uit een gemeenschap van micro-organismen, het milieu, het geheel van moleculen en metabolieten. De microbiota zijn alleen de gemeenschappen van micro-organismen
Belangrijk is dat het microbioom van de bij zich ontwikkelt doordat het in contact komt met dat van bloemen, zwammen, andere bijen, nestholte, lucht en bodem.
Wellicht wat moeilijk voor te stellen maar 1 miljard jaar terug bestond onze planeet alleen uit rotsen, zand, steen, water en bacteriën. Door de werking van bacteriën ontstonden er wieren. Later ontwikkelde zich meer en meer plantaardig leven mede door schimmels. Op vandaag bevat bodem het meest biodiversiteit op aarde. Wij maken de fout van bodem te zeer organisch te bekijken waardoor we vergeten dat de bodem eigenlijk veel meer “levend wezen” is.
En als er één iets is wat ik onthouden heb uit deze fascinerende presentatie dan is het dit:
Voor al wat leeft geldt deze gouden regel: de sleutel tot het voorkomen van ziekten is de diversiteit aan micro-organismen en dat geldt zeker ook voor de honingbij.
Pingback: Bodem voor Bijen: zo essentieel!