Hieronder hebben we geenszins de behoefte om “compleet” te zijn. We willen ook niet de grote waarheden verkondigen. Lees deze tips anno 2024 als een uitnodiging. Voor velen wellicht niet nieuw, maar voor sommigen misschien een hulp om hier en daar de eerste stappen te zetten of nog wat te verfijnen.
Beperk het volume van de bijenkast of korf
Uitgebreide en grondige studie bij bijen die in het wild leven (oa door Thomas Seeley) geven duidelijk aan dat bijen niet kiezen voor nestruimtes met grote inhoud. Meestal gaat het om gemiddeld zo’n 40 liter. Waarom dan niet gebruik maken van kleinere kasten die de bijen volledig kunnen vullen met raten, kweek en voorraad? In conventionele bijenkasten leven bijen in ruimtes die voortdurend veranderen. Lege honingkamers worden boven op broedkamers gezet, volle honingkamers worden verwijderd enz. Bijen in dergelijke kasten zijn altijd bezig met het bijbenen van deze constante veranderingen die de imker (vaak goedbedoeld) door middel van beheer, gerommel en bemoeienis in de kasten aanbrengt.
Kleiner behuisde kolonies in het wild besteden veel tijd aan voedsel- en winteropslag, het grootbrengen van de jeugd en het onderhouden van de woning. De rest van de tijd gaat naar rust en onderlinge verzorging. Bijen in kasten met kleine capaciteit voltooien hun seizoenswerk gemakkelijker, waardoor er tijd overblijft voor rust en zelfzorg. Wanneer bijen continu moeten werken, worden zelfzorg en onderlinge verzorging als eerste taken verwaarloosd.
Bijen zijn van nature zuinig. In het wild slaan ze honing op voor de toekomst en dat soms voor meerdere jaren. In tijden van droogte, branden en klimaatfluctuaties kunnen bijen in kleinere nestruimtes met goede voorraden bijna alles doorstaan.
En ja, je hebt gelijk als je denkt dat kleinere behuizing het zwermen eerder in de hand werkt. De mens heeft iets als zwermbeperking uitgevonden, niet de bijen…
Ruw het interieur van de kast op
Vele “moderne” imkers beschouwen propolis als een klevende vuiligheid die je imkerwerk bemoeilijkt. Niets is minder waar! Bijen gebruiken propolis om kieren te dichten maar vooral ook om ruwe wanden glad te strijken. Ruim wetenschappelijk bewijs toont aan dat bijen die intens propoliseren gezonder zijn. Propolis is zonder twijfel een medicijn voor de bijen. Bijen verhogen ermee hun weerstand en overleven beter wanneer ze de kans krijgen om volop propolis te gebruiken. Dit kan u gemakkelijk zelf bevorderen door krassen in het hout van de kastwand te maken of riet of een ander ruw oppervlak op de wanden aan te brengen. Als je zelf bijenwoningen bouwt kan je ongeschaafd hout gebruiken.
Trouwens hoeveel mensen grijpen er niet naar propolis-oplossingen bij keel- en andere pijntjes? Ook bij ons verhoogt dit de weerstand.
Probeer eens een eco vloer!
Vele imkers gebruiken open vloeren met varroagaas. Bijen die in het wild leven hebben altijd vaste vloeren die na verloop van tijd bedekt zijn met een laag organisch afval. Een laag compost als het ware. Ondertussen is er bij natuurimkers al heel wat ervaring met eco-vloeren. Dat zijn eenvoudige lege ruimtes (kunnen bijv. hoogsels of holle boomstamrondes zijn) onder kast of korf opgevuld met tuinmulch (compost, teeltaarde…) die rechtstreeks contact heeft met de grond. Deze bodem is vrijelijk toegankelijk voor de bijen en deze ruimte biedt een thuis aan alle partners van de bijen. Eco-vloeren herbergen spontaan mierennesten, wasmot, pissebedden, oorwormen, springstaarten evenals duizenden bacteriën en gisten die allemaal helpen een kolonie goed te laten gedijen. Ook nuttige mijten voelen zich hier thuis. Lees maar eens deze blog over roofmijten. Bijen leven normaal niet geïsoleerd (laat staan “steriel”) maar echt in gemeenschap met allerlei ander leven. Een eco-vloer kan daarin voorzien. Misschien is het ook niet zo gek om door middel van een gaas ook een eco-plafond te creëren (zie de originele Warré kast).
Vergeet niet: dit zijn “steunende maatregelen”, geen mirakeloplossingen.
Verspreid bijenvolkeren voldoende ver uiteen
In het wild verkiezen bijen meestal om niet te dicht naast elkaar te leven. Een teveel aan bijenvolken per stand is iets wat we absoluut moeten vermijden. Het is gewoon beter om volkeren niet naast elkaar te zetten. Het is bewezen dat een aantal negatieve verschijnselen versterkt worden als de volken dicht bij elkaar staan. Te beginnen met het verspreiden van ziektes maar ook mogelijk roofgedrag enz.
Beschikbaarheid van water is levensbelangrijk.
Als we aan de noden van bijen denken staan nectar en pollen vaak voorop. Vergeten we daarbij niet dat bijenvolkeren ook grote hoeveelheden water verbruiken? Water zonder gifstoffen…
Ideaal is als er natuurlijke waterbronnen van goede kwaliteit voldoende dichtbij beschikbaar zijn.
Als dat niet zo is moeten we die voorzien. Een vijver of poel in de tuin, ook al is die klein, is een grote meerwaarde voor alle leven.