We kunnen alleen vaststellen dat voor heel veel imkers het allergrootste deel van hun aandacht en inzet naar de kast gaat. Voor velen is imkeren intensief van binnenuit volgen wat er in de kast gebeurt en vooral niet aarzelen om tussen te komen. Gelukkig zijn er meer en meer die het belang inzien van bijv. “een diverse bloeiboog van voor- tot najaar”. Nog meer hoopgevend is er het toenemend aantal bijenhoeders die alles met een nog bredere bril bekijken.
Als je dat doet kom je onvermijdelijk tot de conclusie dat ook voor de bij alles begint bij de BODEM.
Myriam Lefebvre heeft daar op de voorbije netwerkdag overtuigend op gewezen.
Het kan ons inzicht alleen maar verruimen door te lezen wat Frank Anrijs hierover schrijft. Daarbij vertrekt hij vanuit een andere hoek om tot hetzelfde besluit te komen. Lees het allemaal hier.
Onze gezondheid en die van alles wat leeft (zeker ook bijen) start bij de diversiteit van het bodemleven zonder gif. Laat me besluiten met één zin van Myriam die ik niet snel zal vergeten:
“Voor al wat leeft geldt deze gouden regel: de sleutel tot het voorkomen van ziekten is de diversiteit aan micro-organismen en dat geldt zeker ook voor de honingbij.”
In hoeveel imkeropleidingen zouden bodem en micro-organismen echt aandacht krijgen?
Waarom gaan we zo gemakkelijk aan de essentie voorbij?