Je bekijkt nu Bijen eten niet alleen plantaardig!

Bijen eten niet alleen plantaardig!

Bijen hebben vlees nodig!

Bijen blijven ons verrassen. Gelukkig maar. Er zijn al teveel mensen die denken dat we alle grote geheimen van de bij ontrafeld hebben. Niets is minder waar. Het volgende artikel (dank aan Anton Van Derbeken voor de vertaling) bewijst dat nog eens. Bijen gebruiken niet alleen voedsel van plantaardige oorsprong. Bijen nemen ook “micro-organismen” tot zich. De auteurs van het artikel zijn doorwinterde wetenschappers en die hebben het over “Bijen hebben vlees nodig”. Laat ons voorzichtig zijn bij het benoemen van bacteriën als “vlees”. Bacteriën zijn noch “plantaardig” noch “dierlijk” . Ze zitten daar ergens tussen. Maar bacteriën als voedsel maakt de bijen wel meer “omnivoor”. Lees maar het artikel met een inleiding door vertaler Anton.
Op de netwerkdag van de Werkgroep Natuurlijk Imkeren (WNI) op 20 november in Roeselare bracht Myriam Lefebvre een boeiende presentatie over dit onderwerp. Ik vond er dit artikel over dat ik graag met jullie deel. Het verandert onze fundamentele visie op de relatie van bijen en hun omgeving maar eveneens op de gevolgen van de manier waarop mensen met hun omgeving omgaan. Microben in bloemen zijn cruciaal voor het dieet van bijen, en veranderingen in het microbioom kunnen de insecten uithongeren.

Door Paige Embry , 23 augustus 2019

Zijn bijen vegetarische wespen?

Als je aan een entomoloog vraagt wat een bij tot een bij maakt zal die waarschijnlijk antwoorden: “Bijen zijn gewoon wespen die vegetarisch zijn geworden”. Nieuw onderzoek toont aan dat dat niet waar is. Bijen zijn eigenlijk alleseters en het “vlees” in hun dieet bestaat uit microben. Deze bevinding kan een nieuw licht werpen op de reden waarom bijen in de problemen zitten: alles wat de microbiële samenstelling in het voedsel van een bij verstoort kan ervoor zorgen dat bijen in ontwikkeling verhongeren. Waarbij “alles” evengoed kan gaan om hoge temperaturen in verband met klimaatverandering, fungiciden of een andere stressfactor,
Het is door wat hun larven eten dat bijen opperste bestuivers zijn. De meeste dieren die bloemen bezoeken doen dat om nectar te verzamelen. Daarbij kunnen ze al dan niet aanschuren tegen stuifmeel en het naar de volgende bloem dragen. Vrouwelijke bijen daarentegen verzamelen opzettelijk stuifmeel, samen met nectar, om hun larven te voeden. Deze voedselkeuze voor de larven maakt deel uit van wat een bij definieert.

Herbivoor, carnivoor of …?

Wetenschappers weten al tientallen jaren dat er microben, die instaan voor de fermentatie, in stuifmeel aanwezig zijn. Niemand leek zich af te vragen of deze ook een belangrijk voedsel voor bijen waren. De microben functioneren als een soort “uitwendige pens” die delen van het stuifmeel afbreekt. Het spreekt voor zich dat bijen sommige microben zouden kunnen binnenkrijgen maar twee onderzoekers besloten verder te gaan. Ze onderzochten niet alleen of bijen genoeg bacteriën tot zich nemen om ze als alleseters te bestempelen maar ook of de bijen die microben echt nodig hebben om te gedijen.
Prarthana Dharampal van de Universiteit van Wisconsin-Madison en Shawn Steffan, die tegelijk aan de universiteit en de Agricultural Research Service (ARS) van het Amerikaanse ministerie van landbouw werkt, beoordeelden 14 verschillende bijensoorten in zes van de zeven bijenfamilies. Ze ontdekten dat bijen aanzienlijke hoeveelheden microben eten, genoeg om hun plaats in voedselwebben aan te passen. Wetenschappers gebruiken een schaal om te categoriseren waar organismen thuishoren in dat web: degenen die hun eigen voedsel aanmaken, zoals planten, situeren zich op wat we noemen de trofische positie 1 (TP 1), herbivoren situeren zich op TP 2 en carnivoren doen dat op TP 3 of zelfs hoger als ze andere carnivoren eten. De gemiddelde TP van alle bestudeerde bijen was 2,6 waarmee ze precies op de plaats van de omnivoren terechtkwamen, halverwege tussen herbivoren en carnivoren. Interessant genoeg varieerde de trofische positie tussen families van net iets boven herbivoren (2.11) tot vaste carnivoren (3.09). Nu de TP bekend was, stelde Dharampal zich de vraag of bijen echt op zoek zijn naar het stuifmeel of naar de microben die met het stuifmeel worden geassocieerd.
Voor de meeste mensen is het een radicaal idee om micro-organismen als “vlees” te bestempelen. In de afgelopen vier jaar hebben Steffan en zijn collega’s, waaronder Dharampal, een reeks artikelen gepubliceerd waarin ze bewijzen dat microben een belangrijk onderdeel zijn van uiteenlopende voedselwebben waaronder die waar bijen een deel van uitmaken. Hun bevindingen bevestigen dat schimmels, bacteriën en andere micro-organismen overal in het voedselweb een plaats kunnen hebben. Hierdoor staat onze visie op roofdier en prooi, carnivoor en herbivoor, inclusief wat een bij tot een bij maakt, compleet op zijn kop.

“Microbieel” vlees noodzakelijk voor de bij.

Steffan en zijn collega’s hebben ook aangetoond dat “microbieel vlees” een noodzakelijk onderdeel is van het dieet van bijen. De onderzoekers testten een soort metselbij die eieren legt in bovengrondse buizen die gemakkelijk te bereiken en te vervoeren zijn. In elke buis legt de metselbij een reeks eieren met elk een eigen prop stuifmeel en nectar. De onderzoekers vonden een imker uit Utah bereid om hun een partij dergelijke buisjes sturen onmiddellijk nadat de bijen ze hadden gevuld. Vervolgens haalden ze de eitjes van de voedselproppen en scheidden mannetjes van vrouwtjes. Ze gebruikten alleen de mannelijke bijenlarven die ze verdeelden in zeven groepen van 12. De wetenschappers steriliseerden de helft van het stuifmeel en voerden vervolgens verschillende mengsels van gesteriliseerd en niet-gesteriliseerd stuifmeel aan de groepen. Hoe hoger het percentage gesteriliseerd stuifmeel in het voedsel hoe hoger de kans op overlijden van de larven. Daarnaast wogen die larven ook minder en deden er langer over om volwassen te worden. “Microben zijn een zeer belangrijke bron van voedingsstoffen voor deze bijen”, besloot Dharampal. “Als je deze kritieke bron of een deel van hun dieet wegneemt, lijden ze enorm.”
Het idee dat bijen vegetarisch zijn is diepgeworteld in de entomologie. Steffan geeft toe dat hij en zijn collega’s serieuze tegenwind kregen toen ze probeerden hun artikels over bijen als omnivoren geaccepteerd te krijgen. Uiteindelijk werden ze gepubliceerd in respectievelijk de American Naturalist en Proceedings of the Royal Society B.
Gloria Degrandi-Hoffman, die voor ARS werkt, het microbioom van de honingbij heeft onderzocht maar die niet meewerkte aan deze studies, zegt dat de wetenschappelijke gemeenschap altijd sceptisch is. Wanneer een nieuwe bevinding indruist tegen een wijdverspreide perceptie moet je zeer overtuigend kunnen zijn.

Kwaliteit van bacteriën op pollen bepalend voor bijen.

De resultaten met de metselbij suggereren dat bijen kunnen lijden of verhongeren als bepaalde microben uit hun dieet verdwijnen. Wetenschappers hebben de achteruitgang van zowel beheerde als wilde bijen toegeschreven aan verschillende combinaties van verlies en aantasting van biotoop, plagen en ziekteverwekkers, blootstelling aan pesticiden en klimaatverandering. Ze hebben zich grotendeels gericht op de directe invloed van dergelijke factoren op bijen. De volgende stap is om te kijken in welke mate de stressoren invloed kunnen hebben op de door pollen overgedragen microben. Steffan zegt dat elke stressfactor die de “uitwendige pens” uit het lood slaat een “indirecte, maar daarom niet minder dodelijke”, manier kan zijn om bijen te doden.
Een van die factoren is warmte door klimaatverandering. “Het is misschien niet zo dat hitte direct dodelijk is voor de ontwikkeling van bijen”, zegt Steffan. “Maar het zou heel goed kunnen dat de hoge hitte de microbiële symbionten in het stuifmeel uitschakelt waardoor de bijen aan een gebrek aan microben lijden.” Steffan en Dharampal onderzoeken momenteel verder deze mogelijkheid.
Fungiciden kunnen ook boosdoeners zijn. Daarover zegt Steffan: “Hoewel er meer onderzoek moet worden gedaan hebben we op dit moment voldoende bewijs dat fungiciden de microbiële gemeenschap, die instaat voor de fermentatie van pollen, ingrijpend verandert.” En hij voegt eraan toe, ” het gebruik van fungiciden in de landbouw is zeer waarschijnlijk niet zomaar een primaire stressfactor maar dé primaire stressfactor, bij de achteruitgang van bijen.”

“Stuifmeelmicroben” essentieel bij herstel van biotopen.

Natuurlijk kunnen falende bijenpopulaties mee oorzaak zijn van de achteruitgang van wilde planten die ze helpen bestuiven. Ongeveer drie vierde van de bloeiende planten en gewassen op aarde, waaronder 87 van de 115 toonaangevende voedselgewassen, profiteren van dierlijke bestuivers. De 20.000 soorten bijen in de wereld zijn niet de enige dieren die bestuiven maar ze behoren wel tot de topbestuivers.
Een degelijke kennis van de rol van stuifmeelmicroben kan uiteindelijk helpen bij het oplossen van uitdagingen op het gebied van behoud door bijvoorbeeld de gepaste bloemkeuze te maken bij het herstel van biotopen. Sandra Rehan van de York University in Toronto, die het microbiële leven in verband met wilde bijen bestudeert en ook niet meewerkte aan deze studies, zegt in verband met deze bevindingen: “Van zodra we de bloemen, het landschap en de microben echt associëren kan dit op de lange termijn bij conserveringsmaatregelen worden toegepast.” In een onderzoek uit 2017 schreven zij en haar co-auteurs: “Bij het herstel van de habitat van bestuivers moet mogelijk worden overwogen om bloemen te planten die de aanwezigheid van kernbacteriën verhogen die worden aangetroffen in bloemen, volwassen dieren en pollen, zoals Lactobacillus en Saccharibacter . Toekomstig werk is nodig om de rol van deze kernbacteriën bij het herstel van gezonde bestuiversgemeenschappen te bepalen.”

Het microbioom: nog ruimer te bekijken!

Het recente inzicht over pollenmicroben is slechts het nieuwste voorbeeld van hoe belangrijk het microbioom is in alle domeinen van het leven. Misschien hebben we dat wel, geheel in ons eigen nadeel, genegeerd. “Wij zijn als dieren samen met bloeiende planten tot bloei gekomen in de mate waarin we in staat zijn om samen te werken, microbiële diensten te coöpteren en op te eisen”, zegt Steffan. Hij voegt eraan toe dat we voedselwebben bekijken door de lens van gewervelde dieren en zoogdieren, maar microben zijn al veel langer op de planeet dan dieren of planten. Steffan, Dharampal en anderen pleiten voor een radicale herziening van hoe we naar het leven op aarde kijken. Aan het einde van hun American Naturalist artikel schrijven ze: “Als we de symbiose tussen bijen en microben vanuit microbieel perspectief beschouwen, kunnen microben worden gezien als fervente imkers, die hun symbionten in de plantenwereld faciliteren en die helpen bij de jaarlijkse pollenoogst.”

 

Dit bericht heeft één reactie

  1. Geert

    Bijzonder relevant artikel. Naast bacteriën vraag ik mij ook af wat bijen doen met de stuifmeelluis die zij weghouden van hun stuifmeelvoorraden. Tenslotte is ook geweten dat bijen eitjes leegzuigen die niet deugen (genetisch) of in tijden van voedselschaarste. Net geen kannibalisme, maar bijzonder zuinig benutten van de beperkte en kostbare eiwitten, nietwaar?!

Geef een reactie